Contact us

Wat is eventing?

Wat is eventing?

Eventing is het best te omschrijven als een paardentriatlon. De sport is ontstaan als een cavalerietest en bestaat uit drie fasen: dressuur, crosscountry en springen. Eventing is de ultieme test voor paard en ruiter. 

De eerste fase – dressuur – toont het sierlijke partnerschap van paard en ruiter door een opeenvolging van bewegingen. De volgende fase – cross-country – vraagt om moed, fitheid en vastberadenheid van het paar uit terwijl een reeks solide obstakels en gevarieerd terrein moeten worden getrotseerd. In de laatste fase – springen – moeten paren opnieuw hun precisie bewijzen terwijl ze een parcours met hindernissen afleggen. Deelnemers verzamelen strafpunten in elke fase en aan het einde van het evenement neemt het paar met de laagste score de hoofdprijs mee naar huis.

Eventing, verdeeld over één, twee of drie dagen, is een van de weinige Olympische sporten waar zowel mannen en vrouwen met elkaar concurreren.

Dressuur

De dressuur van vandaag bestaat nog steeds uit een exacte opeenvolging van bewegingen, maar nu worden ze gereden in een afgesloten arena en gescoord door een keurmeester. Het doel blijft hetzelfde, het paard moet in balans zijn, ritme en souplesse tonen en vooral gehoorzaam zijn. 

Dressuur is fundamenteel voor de andere twee disciplines, omdat het de kracht en het evenwicht ontwikkelt voor de ontberingen van crosscountry en de precisie van het springen. 

De dressuurfase kan een uitdaging zijn voor een evenementpaard, omdat ze uiterst fit zijn. De meest tactvolle rijders kunnen die energie benutten en richten op een gepolijste en krachtige prestatie.

Cross-country

De cross-country fase vindt meestal plaats op de tweede wedstrijddag, maar altijd na de dressuurfase. Cross-country is de hoeksteen van eventing en bewijst de snelheid, het uithoudingsvermogen en het springvermogen van het paard over gevarieerd terrein en obstakels. 

Cross-country heeft stevige hekken natuurlijke obstakels zoals waterhindernissen en greppels. De fase wordt in galop gereden, waarbij de exacte snelheidsvereisten variëren, afhankelijk van het niveau van de competitie.

Paarden en ruiters moeten in topconditie zijn om de cross-country fase met succes af te ronden. Ruiters conditioneren hun paardenpartners maandenlang om de conditie te bereiken die nodig is voor deze ultieme test. Paarden moeten brutaal en moedig zijn, terwijl ruiters het tempo zorgvuldig moeten beheersen om niet alleen het parcours op tijd af te ronden, maar ook zonder al te veel energie van het paard te verbruiken.

Springen

Het springconcours test de precisie van paarden en ruiters over een reeks kleurrijke hekken gemaakt van lichtgewicht rails die gemakkelijk kunnen worden afgestoten. Deze laatste fase test het uithoudingsvermogen en het herstel van het paard na de zeer vermoeiende cross-country fase.

Het parcours bestaat uit 12 tot 15 sprongen in een afgesloten arena. Ruiter en paard krijgen vier strafpunten als er een element van de hindernis afvalt.

Een weigering of een uitloop levert ook vier strafpunten op. De springronde heeft ook een tijdslimiet en elke seconde boven die tijd levert meer (straf)punten op.

Deze finale van het springconcours vormt niet zelden een zeer opwindende en hartverscheurende slotmoment voor de toeschouwers, aangezien één misstap het eindklassement dramatisch kan beïnvloeden. De combinatie paard en ruiter met de laagste score aan het einde van de wedstrijd mag het blauwe lintje mee naar huis nemen.